Benjamin Wilhelmus Stomps (1856-1904) fotografeerde tusen 1894 en 1901 in een voor de fotografie interessante periode in Amsterdam. George Eastman de stichter van Kodak had in 1888 het boxje geïntroduceerd met de slogan 'You push the button, we do the rest'. In 1884 was er al de flexibele film op celluloid basis in plaats van glasplaten gekomen en in 1891 de rolfilm. Door deze technologische vernieuwingen had de amateurfotografie een enorme impuls gekregen en werd fotograferen een modern tijdverdrijf voor vooral een jongere generatie die het kon betalen. De ontwikkelingen volgden elkaar snel op, camera’s werden handzamer, de sluitingstijden korter, daardoor was het mogelijk om beweging vast te leggen en opnames buitenshuis te maken. De jongeren wierpen zich op deze technologische snufjes en het fotograferen. Zij waren de pioniers, de oprichters van verenigingen, de medewerkers van de tijdschriften en verschillende van hen begonnen na een paar jaar een fotohandel of werden zoals Bernhard Eilers docent. Ook de allereerste kleurenfoto’s dateren uit die tijd. En dan waren er de beeldende kunstenaars, zoals Breitner, die puur voor zichzelf gingen experimenteren om te kijken wat fotografie als creatieve uiting voor hen kon betekenen.

De amateurfotografen konden met die handzame camera's de straat op en waren in staat de nieuwbouw van voor Amsterdam beeldbepalende gebouwen zoals het Rijksmuseum (1885), Centraal Station (1889), het Wilhelmina Gasthuis (1891), het Stedelijk museum (1895) en de Beurs van Berlage (1903) vast te leggen.

Stadsarchief 010162000357

Wilhelmina Gasthuis in de sneeuw Stadsarchief 010162000357

 

Ook groeide de industrie en de havens. Voor het eerst was het goed mogelijk deze ontwikkelingen, ook het dagelijks leven, het straatbeeld en ook de uitstapjes vast te leggen. Een belangrijke factor die meespeelde was de toegenomen snelheid van het leven en de mobiliteit. Treinen, auto's, fietsen, vakanties. Er kwam na 1885 de behoefte aan het vastleggen van het moment, de ‘ogenbliksfoto’s, en daardoor werd de fotografie persoonlijker. Iedereen kon zelf aan de slag met foto’s maken van het dagelijks leven, wat er in de stad gebeurde en van hun uitjes.

Vanaf 1888/1889 waren er in hotels al donkere kamerfaciliteiten voor amateurfotografen. Dat betekende dat men niet kon wachten tot men thuis was om zijn zelfgemaakte foto’s te zien. Het betekende ook dat er al voor de opmars van de handcamera behoefte was om de onderweg gemaakte foto’s snel in handen te hebben (ook om door te kunnen gaan met een volgende serie opnamen).

Stadsarchief 010162000599

Strandpret Stadsarchief 010162000599

 

Er zijn best overeenkomsten te vinden met nu. Elkaar snel opvolgende technologische ontwikkelingen, waardoor de camera’s handzamer werden en er een explosie was aan beeldmateriaal, fel concurrerende fotowinkels, florerende fotoclubs, de “privacy” discussie kwam opgang in Amerika en florerende fotoclubs met een sterk verlangen zich artistiek te onderscheiden van de gewone huis-, tuin- en keukenkiekjes van de niet georganiseerde amateurs. Beide groepen trouwens kwamen voort uit dezelfde maatschappelijke laag, beide hoog opgeleid en vermogend. Het waren vooral mannen en in mindere mate vrouwen.

B.W. Stomps maakte deel uit van deze groep amateurfotografen in Amsterdam. Hij fotografeerde van 1894 tot 1901 vooral in en om Amsterdam. In die tijd waren in Amsterdam Breitner, ook een enthousiast amateurfotograaf en de fotografiepioniers Jacob Olie en Bernhard Eilers in Amsterdam actief. Zij ontmoeten elkaar op de en in fotografieclubs en het kunstenaarsgenootschap zoals ‘Arti et Amicitiae’, meestal kortweg Arti genoemd, een Amsterdamse vereniging voor beeldende kunstenaars en kunstliefhebbers.
Onderzoek heeft aan het licht gebracht dat Breitner nauw samenwerkte met andere amateurfotografen. Beelden die tot dusver aan de schilder werden toegeschreven, blijken door amateurs uit zijn omgeving te zijn gemaakt.

De fotoclubs floreerden. De oudste fotoclub van Europa werd in 1887 opgericht, de AFV Amateur-Fotografen-Vereeniging aan de Handboogstraat in Amsterdam. De contributie voor Amsterdammers was 10 gulden en de vereniging had een clubblad getiteld Lux en er waren maandelijkse clubavonden met bezoekers en topsprekers uit het hele land.. Al snel had de club 500 leden. Het ging er serieus aan toe met lezingen, fotowedstrijden en exposities. Mijn overgrootvader deed daar enthousiast aan mee. Bij het exposeren en de onderlinge wedstrijden hoorde ook het proces van ballotage, selectie, beoordeling, prijzen, medailles en van recensies en van critici (die kwamen veelal uit eigen kring). Er was een sterk besef was van kwaliteit en esthetiek, het ging zeker ook om status en gezag. Het ging in het debat vooral over wat fotografie wel en niet moest zijn. Zij wilden zich onderscheiden van de huis-, tuin- en keukenkiekjes van de echte amateurs. Vandaar de belangstelling voor landschappen, genrebeelden alsof zij een schilderij maakten. Er is niet veel van deze foto's bewaard gebleven.

Stadsarchief 010162000134

Romantisch landschap Stadsarchief 010162000134

 

B.W. Stomps had rond 1890 een zolderatelier aan de Weteringschans 109-110 in Amsterdam. Hij had dit lichte atelier overgenomen van de schilder Cornelis Springer. Een foto van het pand aan de Weteringschans 109-110 is bewaard gebleven. Met behulp van gordijnen, draperieën en schermen die via katrollen langs de ramen liepen werd de lichthoeveelheid geregeld. Het pand zelf bestaat niet meer.

Stadsarchief Amsterdam 010162000447

Weteringschans 109 Stadsarchief Amsterdam 010162000447

 

Van B.W. Stomps zijn haast 500 opnames, waaronder 250 originele afdrukken bewaard gebleven en opgeslagen in het stadsarchief van Amsterdam. Toegangsnummer archief B.W. Stomps 10162. Ik ben bij het bekijken van de archieven tegen verschillende fouten in de vastlegging aangelopen. Er zitten foto’s in een archief die in weer een ander archief weer aan een andere fotograaf worden toegeschreven.

B.W. Stomps maakte vooral foto's van stadsgezichten van Amsterdam, onder meer het Wilhelmina Gasthuis, het interieur van het Rijksmuseum en van het Stedelijk museum. Op deze foto’s zijn sporadisch mensen te zien.

Tijdens de inhuldiging van Koningin Wilhelmina fotografeerde hij op verschillende locaties in de stad de rijtoer en de optocht.

Stadsarchief Amsterdam 010162000435

Historische optocht t.g.v. de inhulding van Koningin Wilhelmina
Stadsarchief Amsterdam 010162000435

 

Aan het IJ fotografeerde hij de zeil- en stoomboten. En in de schoolvakantie ging de camera mee naar Arnhem, Nijmegen, Noord-Holland en het strand.

Stadsarchief Amsterdam 010162000117

Het afgesloten IJ Stadsarchief Amsterdam 010162000117

 

Het Vondelpark was voor hem een geliefd gebied om de lanen, de bomen, de vijver en fietsers te fotograferen. Hij volgde de beek die door het park tot aan de Amstelveenseweg liep. Ook hier was B.W. Stomps en zijn collega’s veel te vinden te fotograferen. Het zijn schilderachtige landschappen met boerderijen, koeien, molens en bruggetjes.

Stadsarchief Amsterdam 101162000265

 

Fietsers met tandem in het Vondelpark Stadsarchief Amsterdam 101162000265

 

Veel familiekiekjes heb ik in het stadsarchief niet kunnen vinden. Op  een paar foto’s  staan zijn zoons afgebeeld. 

Stadsarchief Amsterdam 010162000176

Zonen van de fotograaf Stadsarchief Amsterdam 010162000176

 

De heren die op onderstaande foto staan zijn oom Toon (Teunis Stomps geb.  1828) en oom Piet (Pieter Gerrit geb. 1835), een Goudse pijp rokend en met het dambord tussen hen in.

Stadsarchief Amsterdam 010162000177

Oom Piet en Toon Stadsarchief Amsterdam 010162000177

 

Bijzonder is zijn serie over het leven in het Instituut voor Onderwijs voor Blinden aan de Vossiusstraat 56-74A in Amsterdam. Daarover meer in een vervolgblog. Misschien was hij als hoofdonderwijzer aan een van deze scholen verbonden?

 

In het Stadsarchief is de laatste foto van hem uit 1901. B.W. Stomps stierf op 48 jarige leeftijd. Hij liet zijn vrouw Anna Wilhelmina de Vries  met vijf kinderen achter, Theodoor Jan (geb. 1885), mijn grootvader Johan Willem (geb.1886), Simon Reinier Cornelis (geb. 1890), Cornelis Barend Gerard (geb. 1894) en Benno (geb. 1898),

Wilt u meer zien? stadsarchief van Amsterdam. Toegangsnummer archief B.W. Stomps 10162.

en hier

 

Geraadpleegde literatuur:

Amsterdam 1900. Foto’s van Olie Breitner Eilers en tijdgenoten/ Anneke van Veen. Bussum:Amsterdam, 2016.

Bernard F. Eilers, fotograaf van Amsterdam. Twee wandelingen en een fietstocht door de stad, 1896-1936/ Betsy Dokter en Mariëlle Hageman. S.L.; THOTH en Gemeentearchief, 2003. ISBN 9068683462

Bernard Eilers. Lichtbeelden van Amsterdam 1896-1938 . S.l.: De Verbeelding, 2003. ISBN 9074159605.

De oudste fotoateliers van Amsterdam / W. van Leeuwen. In: Binnenstad (2012) november/december nr. 254/255

De schaduw van de fotograaf. Positie en status van een nieuw beroep: fotografie in Nederland, 1839-1889/ Hans Roosseboom. Utrecht 2006 (diss.).

Eduard Isaac Asser [1809-1894]. Pionier van de Nederlandse fotografie, Amsterdam 1999/ Mattie Boom en Eduard Isaac Asser.

Een Amsterdammer in Amerika 1866-1867. Verslag van de reis van Claude August Crommelin door de Verenigde Staten en Canada/ Guus Veenendaal. Amsterdam, s.n., 2009.

Een Vereeniging van ernstige Kunstenaars, 150 Jaar Maatschappij Arti et Amicitiae, 1839-1989. Amsterdam, Thoth 1989, 90 p. ISBN 9068680269

Kodak in Amsterdam. De opkomst van de amateurfotografie in Nederland 1880-1910 / Mattie Boom. Dissertatie
https://repub.eur.nl/pub/101847/2017-Mattie-Boom-Kodak-in-Amsterdam-.pdf

Diverse internet bronnen